top of page

Kust-rust

Tijdens mijn vorige therapie-sessie kwam ter sprake dat ik soms eens heel hard zou willen gillen of brullen, maar dat er nergens een plaats is waar ik dat ongestoord of ongegeneerd zou kunnen doen.

We brainstormden over manieren waarop ik zou kunnen tegemoet komen aan die nood om te ontladen. Mijn therapeut opperde dat een strandwandeling bij stormwind daarvoor wel geschikt kan zijn: bij slecht weer is het strand meestal leeg en als je tegen de wind in roept, gaat het geluid verloren in het geraas.



Voor deze vrijdag de 13de werd er droog maar winderig weer voorspeld, dus vertrok ik in alle vroegte naar de kust. Tijdens de anderhalf uur durende rit warmde ik mijn stem op door mee te zingen met de liedjes van een playlist die ik deel met één van mijn kinderen. Van Golden Earring en Simple Minds over Lady Gaga, Pink en Katy Perry tot Linkin Park en Disturbed: de perfecte lijst om eens goed mee te roepen. Tegen dat ik parkeerde aan het Zwin was mijn behoefte om te brullen zelfs al wat geluwd. De storm daarentegen raasde rustig verder. Ik duffelde me goed in, trok mijn muts over mijn oortjes, en volgde de wandelknooppunten tot aan de duinen. Met de playlist in mijn oren kweelde ik al wandelend luidkeels mee met de liedjes. De occasionele wandelaar die ik niet tijdig zag aankomen zal er het zijne van gedacht hebben ☺️

Terwijl ik de duinen opklauterde waaiden de zorgen uit mijn hoofd. Ik passeerde een bordje met ‘struinzone’ waarop stond dat je in dat stukje duinen vrijuit mag wandelen en ontdekken, waarop zich een begin van een gedicht vormde in mijn hoofd.

Hier mag je struinen:
laat je voetsporen en zorgen
maar achter in de duinen…

Ik tankte vitamine zee, liet mijn gedachten vrij en trok vermoeid, maar met vernieuwde moed, terug richting binnenland.


Die avond voelde ik me opgewekt, maar de nacht erop werd ik na een nachtmerrie weer wakker met een gevoel van onrust, paniek en gevaar, en (nog maar eens) het gevoel dat ik onherstelbaar beschadigd ben. Het lijkt wel alsof gelukkig zijn een trigger is: dat klinkt als een contradictie en als ik erover nadenk toch logisch.

Zo vaak werd ik op goede momenten ruw van mijn wolk gesleurd en met mijn twee voeten terug in de harde realiteit gezet, dat geluk nu lijkt te wijzen op naderend gevaar. Het gedicht Veldslag verwoordde dit al in de eerste drie strofen. Het laatste vers, dat ik achteraf toevoegde, gaat over hoop op een nieuw begin. Maar dat kan ik nu even niet voelen.

Straks is er weer een morgen en lukt het misschien wel om opnieuw perspectief te zien: nu voel ik me vooral moedeloos! Moet ik het toestaan: het gevoel van angst en machteloosheid laten zijn, zonder me er tegen te verzetten? En dan wat? Mijn gedachten vlakken weg wanneer ik hierover wil nadenken, alsof erover denken een bedreiging vormt. Herstel blijft een pelgrimstocht. Gisteren ben ik hoog geklommen, vannacht ben ik even ver of zelfs verder weer naar beneden getuimeld. Morgen sta ik weer op en ga opnieuw op pad. 's Nachts is het altijd donker, overdag wordt het vanzelf lichter (hoop ik). En zie, daar is het: telkens weer vind ik ergens toch nog een sprankeltje hoop...


Wanneer elke bloemenweide

waar je ooit verbleef

na verloop van tijd

een mijnenveld bleek te zijn…

wanneer elke heldere hemel

vroeg of laat

werd overdonderd

door een mokerslag...

dan blijf je liever zitten

op de puinhoop van je bestaan

dan nog een voet te zetten

op wat de hemel op aarde lijkt!

Maar op het smeulende slagveld

tussen vrees en wanhoop

verbergt de zwartgeblakerde grond

de belofte van een nieuw begin

bottom of page