top of page
Trauma_dragon_edited.jpg

Morgen is beter

ONGEPOLIJST

Veerle Roos

Ik krijg het niet gezegd


dus schrijf

en teken ik


tot alle krassen op mijn ziel


bedekt zijn

Stappen of stil staan

Zwerven en dwalen 

Daarheen of terug

Bomen en schaduw

De zon op je rug


Geuren en klanken

Stilte of een lied

Alles verstoppen

Tot zelfs je verdriet


Morgen is beter

Al denk je van niet

Vertel jouw verhaal

Tot je weer licht ziet


PS:

Alleen gaat het niet!

Wanneer elke bloemenweide

waar je ooit verbleef

na verloop van tijd

een mijnenveld bleek,


wanneer elke heldere hemel

vroeg of laat

werd overdonderd

door een mokerslag:


dan blijf je liever zitten

op de puinhoop van je bestaan

dan nog een voet te zetten

op wat de hemel op aarde lijkt!



Zoek toch maar: desnoods

tussen vrees en wanhoop

in de zwartgeblakerde grond

van het smeulende slagveld

naar de belofte van een nieuw begin

Woorden helen


behalve

wanneer alles in mij

GEVAAR

schreeuwt


en ik zo bevries

dat zelfs mijn adem

nauwelijks

aan mijn keel ontsnapt


Wanneer tussen

denken en spreken

een ijskoude kloof

mijn wonden

en woorden

verdooft


blijft het stil


tot ik klam en bezweet

adem geef aan een gil

en me afvraag of die echt was

of enkel in mijn droom weerklonk


mijn gedachten

open en bloot 

te lezen


is het niet koketteren:

mezelf zo tonen?

kijk mijn pijn!


misschien voelt het zo rauw

omdat ik het zo lang

wegstopte

dat het in mij GEBRAND werd

en het naar de oppervlakte brengen

voelt

alsof ik

ongekleed 

in de ijzige tocht sta


 ik twijfel over

de zin of onzin

van het etaleren

van mijn ziel


maar ik moet 

- iets -

doen

met de malende stroom

van gedachten 

zonder zinnen


zoals proberen me eruit te schrijven

voor ik er in onder ga

en pas weer 

boven kom drijven

wanneer het te laat is

De warme zachtheid van mijn bed 

herbergt een verraderlijke zwaarte 

die alles naar zich toe trekt. 


Het is er veilig. 

Het is er alleen. 

Alleen zijn is veilig. 

Alleen zijn voelt eenzaam. 


Veilig zijn voelt eenzaam, hoezeer 

mijn geliefden ook de hand uitreiken 

om mij weer de wereld in te brengen.


Schrijvend vind ik 

mezelf

mijn geliefden

en de wereld

weer terug.

Ik was niet

al die tijd

boos op jou


Ik probeerde jou

al die tijd

te vergeven en vergeten


Ik was

al die tijd

boos

op mij


Dat is gemakkelijk:

ik kreeg het

met de paplepel binnen


Ik slik al

sinds je weg ging

woorden in

die mij

vergiftigen, tot ik ze

als een balorige puber

uitspuw:


"Ik haat u!

Ik haat u!

Ik haat u!"


Terwijl fluistert 

het bange kind

nog steeds:


"Zie mij graag!

Niet slaan!

Ik zal braaf zijn!"

Ik heb geleerd 

te zwijgen

voor ik leerde

te spreken


De waarheid

was

onbespreekbaar


De waarheid is

dat ze

niet alleen mij 

kwetst


Ik was mijn stem

niet kwijt...

Ik wist perfect

Waar ze was


Ze verdronk

in de woorden

die ik niet kon zeggen


Als ik wil helen

moet ik durven 

mijn woorden

hun vrijheid te geven


Moet ik 

spreken

tot ik weer kan

zwijgen

Ik was niet alleen

We kregen er alle drie

van langs


Ik was niet alleen

We waren alle drie

machteloos


Ik was niet alleen

We stonden er alle drie

alleen voor

Gebeurtenissen

verstopt

achter een firewall


Je loopt

nog liever

door vuur

dan ze te herinneren


Tot je

aan de andere kant

terecht komt


en er geen 

weg terug 

meer is


behalve 

door het donker

Terwijl hij elders

rondfladderde

barstte haar woede

over ons los


Het voetstuk

waarop ik hem had geplaatst

brokkelde af

toen hij neerkeek

op het vogeltje

met kapotte vleugels


Opgehemeld

voor wat hij niet deed

tuimelde hij zo diep

dat ik hem niet meer zag

en achterbleef

op zijn puinhoop

Ik vergeef u

en ik eis het recht op om mijn verhaal te vertellen


Ik vergeef u

en mag zeggen dat ge mij beschadigd hebt


Ik vergeef u

en ik mag vinden dat ge mij in de steek gelaten hebt


Ik vergeef u

en ik mag bepalen 

in welke mate ik u nog

in mijn leven aan kan

Zelfs als mijn hoofd wil vergeten

herinnert mijn lichaam

zich alles nog scherp...


Wanneer ik tegen mezelf zeg dat het oké is

en mijn zenuwen een ander verhaal vertellen


Wanneer ik weet dat ik hier veilig ben

en de haren in mijn nek toch steigeren


Wanneer ik thuis kom in zijn armen,

en mijn hartslag op de vlucht slaat


Wanneer een deur dicht slaat met de wind 

en ik ineen krimp omdat het klinkt als de echo van gevaar


Wanneer ik val en breek, 

en alles wat ooit heelde opflakkert en mij onderuit haalt


Wanneer ik opsta 

en vergeten littekens mijn dag besmeuren


Wanneer ik een nieuwe dag tegemoet kijk 

en ik mezelf eraan herinner: 

je bent hier, je bent nu, je bent veilig...


...gelooft 

mijn lichaam 

dat

nog 

altijd

niet

hoe leer je

VERTROUWEN

wanneer

degene die het meest

van jou moest houden

dat niet kon

wanneer diegene

die het meest 

van je moest houden 

zo stuk was

dat ze je brak?

Ik zal braaf zijn

huilde ze bang! 


Ze probeerde het wel, 

braaf te zijn

Maar het lukte het haar nooit 

om braaf genoég te zijn


Braaf genoeg 

om geen woede-uitbarsting te veroorzaken

Braaf genoeg

om géén klop te krijgen...


Braaf genoeg om te weten 

dat ze maar beter kon zwijgen


Braaf genoeg om te weten 

dat ze beter niet kon vragen

wat het wilde zeggen

als ze 

De nagel van mijn doodskist

werd genoemd

Ik was

Te klein

Te stil

Te traag

Te bang

Te dromerig

Ik had

geen haar

op mijn tanden

Ik haalde

het bloed

van onder

haar nagels

De nacht

was van mij

Met mijn duim

in mijn mond,

een zacht doekje

tussen vinger en neus

en mijn ogen gesloten

was ik veilig,

werd ik gered!

Dan was ik

Sterk genoeg

Luid genoeg

Snel genoeg

Moedig genoeg


Mocht ik

zacht zijn

en dromen

Tot het

weer ochtend werd

en niemand zag

wie ik kon zijn

Zeg mij, hoe te helen

van een wond

door duizend sneden

anders dan ze

stuk

te ontleden

en achteraf

weer aan elkaar

te smeden

Als ik terug kon

in de tijd

dan nam ik

haar trauma weg

zodat ze de moeder kon worden

die ik nodig had


Als ik terug kon

in de tijd

dan nam ik 

mijn trauma weg

zodat het niet zou doorsijpelen

naar hen


Als ik terug kon

in de tijd

dan kregen we

allemaal

de moeder die we verdienden

Het holst van de nacht

is een kleverige massa die 

mijn borstkas verstikt 

met golven van angst die mij 

de diepte inzuigen


Fragmenten van ooit 

overspoelen mijn slaap 

met wrakhout 

van vergeten wanhoop


In het warme, zachte  bed

strekt een arm

zich als een reddingsboei

naar mij uit


Bewustzijn 

vecht naar de oppervlakte

en sleept mij naar de haven 

van het hier en nu


Terwijl de drum in mijn hart vertraagt

adem ik diepe teugen troost,

weet ik me veilig thuis

Niet mogen voelen 

bedwong ik mijn pijn


Als een orkaan woelde

verwaarloosd gevoel

mijn binnenste 

aan flarden

en voedde de wanhoop

tot er geen zachtheid overbleef


Ik kan niet stilstaan

blijf op de vlucht

kan mezelf niet ontlopen


Ik kan het niet aan 

te moeten voelen 

wat pijn doet

De handen van een moeder

als symbool voor

de veiligste plaats ter wereld

behalve voor hen


Dezelfde handen

die 's avonds

een kruisje op hun voorhoofd zetten,

sloegen overdag

op hun lijfje


De handen van een moeder

als symbool voor

de veiligste plaats ter wereld


behalve voor haar grote zus

toen ze met de rug

tegen de muur

een mes tegen haar keel

geduwd kreeg


De handen van een moeder

als symbool voor

de veiligste plaats ter wereld


behalve voor haar grote broer

toen ze zijn hoofd

tegen de muur sloegen


De handen van een moeder

als symbool voor

de veiligste plaats ter wereld


behalve voor haar:

Dat éne ogenblik

waren ze de 

'op één na gevaarlijkste'


De gevaarlijkste plaats 

kon ze zien


die lag daar beneden

voorbij de boze handen

voorbij de grijze dakgoot

voorbij de meters

tussen het zolderraam

en de straatstenen

Hoe ver

hing ik echt

uit het raam?


Hoe dicht

stond het stoute kind

bij de dood?


Was ik gevallen

als ik

had los gelaten?


Hadden mijn broer en zus

mij kunnen opvangen

daar beneden?


Of waren ze voor niets

de trap afgelopen

en was mijn kop

op de straat

geëindigd

als krantenkop?

ik vond een weg

om te ontsnappen

naar een plek in mijn hoofd


een tuin in mijn gedachten

tussen veilige muren

waar de zon scheen

en het stil was


geen harde stemmen

geen boze handen

geen tranen

geen angst


opgeborgen

in mezelf


bij mij 

ben je veilig

hij noemde mij

een klein

vogeltje


ik was uit het nest

gevallen

onder de voet

gelopen

met gebroken vleugels

achtergelaten


zelfs toen ik

helemaal

OPBRANDDE

ging ik door


er zit TROOST

in de gedachte

dat

uit je as verrijzen

vereist

dat je voorafgaand

door de VLAMMEN

wordt verteerd

Ik moest niet sterk zijn:

ik moest net huilen,

al wat jij moest doen
was armen geven
om in te schuilen

Ik moest niet sterk zijn:
jij moest er gewoon zijn,
en moest net sterk
voor zacht verruilen!

Ik kies er niet voor

om in het verleden te leven


Maar zolang ik 

blijf doen alsof het verleden 

niet nog in mij leeft

kan ik er niet aan ontsnappen


Zelfs zonder gedachten

weet mijn lichaam

nog precies

wat er pijn deed

en zet het zich schrap

voor de volgende klap

Wie zou ik zijn

als ik niet dat kind was?

Wie zou ik zijn

als ik niet die klappen kreeg?


Zou mijn glimlach echt zijn

in plaats van gebeiteld

over een grimas van pijn?


Zouden mijn ogen zwijgen,

zouden ze stralen in de nacht?


Zou er verdriet zijn om te verstoppen

of zou ik iemand zijn die écht lacht?


Wie zou ik zijn als mijn wieg niet dáár stond?

Als de ooievaar mij ergens anders bracht?


Wie zou ze zijn 

als ze niet mijn kind was?

Ik maakte zoveel fouten!

Verdien ik dat ze me vergeeft?


Ook wanneer het leven 

je geen klappen geeft,

kan je zeggen

dat je hebt geleefd

I was not angry and bitter:

I was sad and hurt!


And all those things

that I did not want to be,

piled up inside me until it started

leaking from my pores and

bursting out from between my seams.


As I am slowly feeling

every feeling of the child

that I buried deep inside me,

I am giving me space to cry and heal,

I am unlearning all the harsh lies

that life has taught me

and I am learning what it is like

for the very first time

to really - just - breathe.

Het kind

dat altijd lacht


een zonnetje

waarvan niemand zag

dat het alsof was


Niemand

die dwars 

doorheen haar ogen

het gekwetste kind zag

dat maar één ding

verlangde:

HOU VAN MIJ


hou genoeg van mij

om de waarheid te zien

hou genoeg van mij

om niet op mij te kloppen

hou genoeg van mij

om niet tegen mij te brullen

hou genoeg van mij

om mij niet in de steek te laten

hou genoeg van mij

om mij te beschermen

tegen zij die er niet toe in staat zijn

Wanneer ik onverwacht

in een herinnering

gegooid word

die ik liever bleef vergeten


sta ik

niet meer

in mijn keuken

groenten te snijden


Maar bibberend

op kousenvoeten

op het grauwe tapijt 

van mijn kindertijd

naast stukgekauwde

schoenen en meubelpoten


ongerust te wachten 

op een ondeugend teckeltje

dat nooit meer 

het hoekje om komt gelopen

omdat het levenloos

tegen een muurtje geschopt ligt

Ik ken

de stappen


Ik leerde ze

tot ze in mijn hoofd 

woonden


Maar wanneer de gong slaat

duikt het kind weer op

en vergeet ik waar thuis is


Als in een raster 

van valstrikken

beweeg ik

door het leven

en kom keer

op keer

op keer

schokkend

weer

tot stilstand

Ik draag zorg voor een klein meisje

Ze woont ergens diep in mij

Ik was ooit haar

En soms is zij mij


Wanneer ze overstuur is

Dan staan we zij aan zij

Ik leer haar dat we veilig zijn

Op een dag wordt zij weer blij


Er woont ook nog een feeks in mij

Zij vloekt bij alles wat ik doe

En als ik weer wat licht kan zien

Klapt zij de luiken toe


Ze kan het niet geloven

Dat ik soms blij kan zijn

Dan duwt ze mij de diepte in

Ze jaagt me op, ze maakt me klein


Ze kan echt niets verdragen

Ze doet me telkens pijn

Ze blijft me angst aanjagen

Hoe kan ik nu gelukkig zijn?


Het meisje is een overlever

Zij was ik en ik ben zij

Op een dag temmen we de feeks

Ooit is de pijn voorbij


Samen maken we die feeks

In mijn kopje

Klein

Het was gemakkelijk 

een held te zijn

in de ogen 

van het kleine meisje


Hij hoefde alleen maar

niet op haar te kloppen

niet tegen haar te brullen

en haar af en toe 

mee te nemen uit de hel


Het kleine meisje

wist later pas 


de man

die telkens weer

-nadat hij nachten lang

ruzie maakte met zijn vrouw-

het huis uitvluchtte

en zijn kinderen dagen lang

bij haar achterliet

in het geweld:

Hij was geen held 

Oh kind toch


Wat voelt dit

diep

zwaar

heftig

echt


Wat je voelt

is niet nu


Wat je voelt

was ooit


Kijk eens om je heen

Zie je waar je bent?

Hoor je waar je bent?


Je bent hier

in het nu


Zie je

dat het veilig is?


Je werd

getriggerd


Wat je voelt

is een herinnering


Wat heb je nodig

om terug te keren

naar wat

Hier

Nu

en

Veilig

is?


Kan je diep in

en rustig

terug uit

ademen?


Je bent

groter nu:

troost je

het kleine bange kind?


Neem je het mee

naar het veilige

hier en nu?


Laat je het

uithuilen?


Toon je het

dat het 

voorbij is?


Toon je het

dat het niet meer

alleen is?


Toon je het

dat het niet meer

bang hoeft te zijn?

Wat ik me afvraag:

hoeveel vrouwen

er zouden zijn

wiens lichaam

géén stafkaart is

van alle keren

dat mannen

zich haar

toe eigenden

in woorden

of daden

Geschrokken

dreef ze op de vlucht

als een ballon aan een touwtje

tot ze ergens was

waar er niets meer was:


geen bus, geen halte

geen auto, geen panne

geen omweg, geen veldweg

geen man, geen baard

geen handen, geen tranen

geen lijf, geen pijn

geen heden, geen herinnering

geen schrik, geen schuld


het ondenkbare

dat haar overkwam

verdween

achter slot en grendel

in de vergeetput

van haar bovenkamer

Er is geen vuiltje aan de lucht,

maar mijn alarm

gaat in overdrive...


"PIEUUUUW! PIEUUUUW!!

ER IS ROOK IN DE BOVENKAMER!!

HET ALARM KAN AFGAAN!!

HET ZAL LUID ZIJN!!

PIEUUUUW!! PIEUUUUW!!"


Er is geen vuiltje aan de lucht,

maar mijn alarm

weet dat niet...

Hoe kan ik me 

veilig voelen

in dit lichaam

als een huis

waarvan de deur

werd ingetrapt?


Wacht je op mij,

zolang de poort op slot is

en mijn lichaam

een vesting lijkt

die niet meer

te veroveren valt?

Hoe de man

die onnoemelijke dingen

met haar deed

sprak over psychologie

en valse herinneringen

en zo met voorbedachtheid

haar woorden hun kracht ontnam;


zodat ze niet over haar lippen durfden,

in haar hoofd rondjes bleven draaien

en haar jeugd aan scherven maalden!


Tot ze de dag van zijn ontmaskering

over elkaar en haar lippen rolden

en de illusie van geluk

aan flarden sneden

Ik werd


Bedreigd

Geklopt

Geschopt

Geslagen

Geduwd

Gekwetst

Gegooid

Gesleurd

Gekneusd

Gebroken

Genegeerd

Gekleineerd

Geterroriseerd

Getraumatiseerd

Uitgescholden

Onderdrukt

Verwaarloosd

Verwond

Verlaten

Vernederd

Verkracht

Aangerand

Aangevallen

en 

Verraden


Dat alles

tussen 

te veel en ontelbaar


(I survived)


Mijn leven werd ondraaglijk

het kroop onder mijn huid


Mijn spirit hield het voor bekeken

knipte dan het licht maar uit


Komt nog wel es kijken

vanachter het gordijn

kruipt dan terug onder het deken

wil hier eigenlijk niet zijn

Ruw ontwaken

en weten

dat het

maar een droom was


over de tijd

dat ze een meisje was

en het monster

niet onder 

het bed zat

maar ernaast


over

de aanraking

die vederlicht

maar ongewenst

was


en

dat ze zich niet

uit de armen van Morpheus

kon bevrijden

om ook maar iets

te doen.


Het monster:

dat overdag

opnieuw in zijn vermomming kroop

van doodgewone jongen.


Het voorval

dat

verdween

in haar hoofd

tussen de slaapdronken

(gevoerde?)

watten

Van stroperige leugens

naar harde werkelijkheid


hoe vertrouw je

wanneer je verstand

je verraadt

en je gevoel herleidde

tot hysterie


als instinct

bij de minste zucht

fluistert

'Vlucht'


blijf je dan

je hele leven

op de loop


of ren je 

zelfs niet

als het brult

Het verleden

een steekkaartenkast:

propvolle lades

met alles wat je gevormd heeft

in welke zin dan ook

tot wat je nu bent


Gevoeligheden en tekortkomingen

Kraters en builen

Littekens en open wonden

Instinct en intuïtie

Schade en schande

Succes en tegenslag


Er zitten duiveltjes

in mijn kast

genaamd trigger

en trauma


en elke keer als die

met de laden klapperen

en steekkaarten in het rond smijten;

gillen of

fluisteren de echo's

van het kind dat ik was

in mijn hart en 

in mijn hoofd

hoewel

woorden en gedachten

rauw en ruw

uit mij stromen

om daarna 

bijgeschaafd

te worden

tot iets wat draaglijk is

voor het oog van een lezer


blijft er zoveel

ongezegd

onuitgesproken

ongeschreven


het vraagt een oceaan 

aan tranen 

om mijn binnenkant

te polijsten

van emoties

die zoveel pijn doen 

dat ik ze niet

gegoten krijg

in woorden en zinnen


herinneringen die mij

schuddend en bevend

meenemen

in een draaikolk


van alles en niets

pijn en verstomming

oorverdovende stilte

en verblindende duisternis


waar zelfs ademhalen

een gevecht wordt

dat ik niet kan winnen


waar ik enkel ontsnap

door mezelf mee te nemen 

naar wat hier en nu en veilig is

Geluk

hangt aan een zeer fijn

gespannen draadje


Zo vaak brak 

iemand

de illusie

en viel de wereld

op mijn kop


dat ik nu 

alleen dat draadje zie 


fragiel 

wachtend 


op wie 

of wat 

ik niet zie 

wat er mogelijk 

zelfs niet is 


waardoor ik het geluk 

dan toch weer mis

Het is gemakkelijk

Een vreemde te haten


Tot iemand dichtbij

Een vreemde blijkt te zijn


Wanneer

decennia van herinneringen

Donker kleuren


Dan is het vooral gemakkelijk

Jezelf te haten

Omdat je niet zag

Wat een vreemde

Die bekende wel was

Sommige dagen

schuren de littekens

op mijn ziel


Sommige dagen

zie ik door de bomen

weer de zon


Sommige dagen

bijten de naden

van half verdoofde pijn


Sommige dagen

vraag ik me af

“Word ik ooit weer heel?”

Door een huid

van schone schijn

schemert

het gekwetste kind


gehuld

in laagjes bravoure

verstopt onder

glitter en zonneschijn


weg gekropen

voor verdriet en pijn


zo goed

in zich verstoppen

dat ze ook zichzelf

niet meer vindt

Het was de laatste klap

die me kraakte


Het warme nest

dat ik gevonden had

werd bewoond

door een roofdier

in schapenvacht

en

bleek een slachtbank

der onschuld


Mijn herstelde zelf

brak

langs oude barsten

in ontelbare stukken


Dag na dag

schraap ik

mijn scherven

bij elkaar

en lijm ze met

hervonden woorden

tot een verhaal

waarlangs ik

de diepte

ontvlucht

de wanhoop 

van niet te kunnen 

ongedaan maken 

dat het ook was 

dat je verkeerd deed


alles en iedereen 

waar je van houdt 

waar je aan vast houdt 

waar je in gelooft


in één klap 

ondersteboven 

binnenstebuiten 

niets meer wat het was

Herinneringen

aan onschuld

voor altijd vertekend, door één mens 


Vanuit de rollercoaster 

van razernij en verdriet 

moest ik razendsnel schakelen


en zacht de schouders zetten 

onder het helen en herstellen 

van het liefste dat ik lief heb


nog liever rukte ik zelf 

mijn hart uit mijn lijf

als dat de klok zou terugdraaien

 

maar ik kan het beter houden 

om te houden... van wat blijft: 

de liefste(n) die ik lief heb

Een geliefde afschermen

voor jouw pijn

is een zwaarddans

die zich afspeelt

op het snijpunt

tussen niet vragen

en niet vertellen


Achter het onzichtbare schild

van onuitgesproken gedachten

wijken de parallelle wegen

van ratio en gevoel

geen duimbreed

en voegen

weggeslikte tranen zich samen

tot een kolkende rivier

die je

uit elkaar

drijft

hoeveel 

zou ik ongedaan maken 

om zijn daden uit te wissen


ALLES


maar net zo min 

als dat ik mijn eigen wonden

kan wegnemen, 

kan ik die van een ander

 ongedaan maken 

we moeten allen verder 

gekwetst en beschadigd


hoe ondraaglijk ook 

de gedachte 

dat iemand hen dezelfde pijn 

bezorgde als die 

die mij ooit zó uitholde 

dat er slechts een huls overbleef

Terwijl je me knuffelt

overstroomt

mijn verdriet

 

begraaf ik

mijn hoofd

op je schouder

zodat je mijn tranen

niet ziet


Hoe lang

hou je vol

dat ik vast zit

in mijn hoofd


hoe vaak

kan ik vragen

dat je

vergeeft


dat mijn hart

van je houdt

maar mijn lijf

soms

voor je beeft

Nog liever

verlies ik je

omdat je verlangt

naar wat

ik niet geven kan


Nog liever

verlies ik je

dan je te tonen

wat ik kwijt raakte


Nog liever

verlies ik je

dan je over te leveren

aan het voelen

van mijn pijn


Maar - nog - liever

verlies - ik - je - niet

Mijn huid

omwikkelt mij

als een landschap

van trauma


Verken voorzichtig

tot wanneer mijn

triggers

opflakkeren

als wildvuur

en mijn huid brandt

alsof deze handen

niet de jouwe zijn


Voel je

of ik nog hier ben?


Leen mij

je armen

en breng me

in veiligheid

terug bij jou...

Over de lange

kronkelende

weg

naar recht

nam ik de pijnlijke waarheid

op sleeptouw

weg van jou


Door het eenzame doolhof

van aanklacht, verdediging

conclusies en argumenten

heen


raakte ik doorweekt, uitgeput

en zo ver weg van jou

dat ik niet wist

of ik ooit de weg terug zou vinden

Met veel

liefde en geduld,

met gladgeschoren gezicht

voor zachte kussen 

en oneindige knuffels

ontdooit hij mij

en neemt mij mee

over smeltpunt

naar hoogtepunt

 

Al liggen

hardnekkige demonen

soms op de loer

om mij vroegtijdig

en onafwendbaar mee te sleuren

naar ijzingwekkende diepten


Met behoedzame stapjes 

en zonder de diepte in te kijken

gaan we telkens weer op weg:

de tocht

gelijkwaardig 

aan de bestemming

Knetterend

van het ene uiterste

naar het andere

en terug


In verdoving wil ik graag voelen

In overspoeling wil ik vervagen


In eenzaamheid wil ik aangeraakt

In omhelzing voel ik mij gevangen

In een blik wil ik vluchten


Laat mij niet alleen

Raak mij niet aan


Blijf

als je kan

als je wil


Blijf

als ik je toelaat

als ik kan

kapot

stuk

beschadigd

gebroken

versplinterd

uitééngerafeld


het kost zoveel moeite:

doen alsof ik heel ben

ik krijg mezelf

niet meer bijeen gepuzzeld


bijeengehouden

door smurrie en wilskracht

ineenzakkend

wanneer niemand kijkt


ik ben zo moe van doen alsof

ik er ben

dag na dag

raap ik mezelf bijeen


het kind in mij onherstelbaar

ikzelf onvindbaar

je ziet 

niets 

aan mijn buitenkant


binnenin 

ben ik tegelijk oké en niet oké

levend en dood klinkt wat drastisch 

oké klinkt niet fantastisch

maar valt te verkiezen


want niet oké,

is beter

dan niet zijn


al droomde ik daar soms van 

wanneer niet oké

te zwaar werd,

de glimlach

te moeilijk,

en doen alsof ik heel was 

mij helemaal aan flarden trok

Mat vernis

bovenop wat je voelt

zodat de emotie

je niet overspoelt


Dunne laagjes

verbergen

de echo

die schoonheid donker kleurt


Onder de roerloze oppervlakte

bewegen

verraderlijke onderstromen

richting de hel

Ik zal het nooit proberen. 


Als ik het doe

dan zal je nooit weten

dat ik afscheid nam


zal je nooit weten

dat het te zwaar werd


Ik wil wel: altijd blijven

als ik kan


Ik vrees de dag

dat al mijn kracht

niet genoeg zal zijn

en verdriet en pijn

het van mij winnen


Tot dan

is er telkens weer

een ademhaling

een dag

een blik

een lach


Tot dan 

blijf ik vechten


Tot dan 

en daar voorbij

hoef je niet te weten

dat er geen weegschaal bestaat

die in de juiste richting slaat


Tot nooit

verandert in voor altijd

en daar voorbij

zal ik 

je liefhebben

Ik ben niet

dieper aan het zinken

ik wás al op de bodem

en zette me daartegen af

Nu heb ik de kracht

te weten waar ik sta

beter worden gáát niet vanzelf

her-stellen

is vallen

opstaan

aftasten

proberen

en pas een nieuwe stap zetten

wanneer de vorige

is gedaan

Tot ik sterk genoeg ben

om te voelen

zonder weer kopje onder te gaan

De aantrekking

om af te dalen

langs een weggetje

zo steil

dat er geen weg terug is


Zo ver en diep

dat er alleen nog

eenzaamheid is


Waar tijd

gemeten wordt

door de ene voet

voor de andere


Waar niets moet

niets nodig is

behalve

nog

een stap zetten


richting

gifblauwe wateren


waar een schuilplaats wacht

onder een roerloze spiegel

met de tijdloze schoonheid

van vergankelijk bos


Daar zitten

aan de afgrond

met niets

dan de grond

die je botten verkleumt


Het ritme

van de spanning 

die door je hoofd

suist

vertraagt


Diep in

en langzaam uit

vult de rust je longen


Tot je de kracht vindt

de rug te keren

naar de verleiding

van het grote niets


En de weg

te veroveren

omhoog

terug

naar het leven

Verdoofd verdriet


ogen die niet huilen

pijn die je niet ziet


nergens kunnen schuilen


ik ben er wel,

maar voel het niet…

De leegte in mij

is gevuld met zoveel gemis

dat ik het liefst

nog verder zou krimpen

tot er niets meer over is

Het is niet 

alsof ik hier gráág zit

denk ik


En toch lijk ik 

hier 

keer op keer

te belanden


Het is hier donker

en eenzaam


maar ook

Veilig

Ver weg

Verstopt

voor de wereld

en mezelf


Zelfs als ik alles kapot

relativeer

is het nóg moeilijk

om er weer uit te raken


Ik ken de weg

Ik weet

waar het licht is


Maar soms schijnt het te fel

en doet zélfs dat

pijn

Every time

I find

myself

at rock bottom

and wonder

how to

bounce back

from here


I have to

relearn

that I just

must:

stay

down

long

enough


I must

stop

fighting

the darkness:


I must sit in it

live in it

inhale it

drink it

drown in it

burn through it

until I have felt it


Only then

I can rise again

In mijn bed

in een bolletje

in mijn bubbel


leeg

alleen

ver van iedereen


bedolven

onder

dons


verdoofd

verborgen

geborgen


weerloos

woordenloos

gedachtenloos

Drijven tussen

Cyaan en azuur

Diepte en hoogte

Water en lucht


Langzaam zinken

In nachtblauw

Tot alle kleur vervaagt


Geen beneden

Geen boven

Geen hemel

Of hel


In de omhelzing

Van de leegte

Waar de stilte

Op me wacht

Ik keek het leven in de ogen

en schrok van zijn schaduw


Op eenzame hoogte

keek ik de diepte in de ogen

Gij jaagt mij geen angst meer aan


Ik keek de dood in de ogen

en wenste van haar te zijn

Zij joeg mij geen angst meer aan


Op eenzame hoogte

danste ik met haar schaduw

tot ze mij afwees


Ik keek angst in de ogen

en haar schaduw

nestelde zich in de mijne


Eenzaam bleef ik achter

Zwijgend schreeuwen

tussen nooit en voor altijd


Niemand die mij redden kon

behalve ikzelf

misschien

Als verdrinken 

niet zo'n vreselijke dood was

zou ik er mee kunnen leven

om hier

het water in te wandelen

en

tussen vleugelslag en stilte

een rustplaats te vinden


Keer op keer

sprokkel ik hier

de moed

om terug te keren

naar het leven


To walk into

the house on fire

knowing too well

it will eat me alive


Not to run

but to sit

in the fear

that lives in me


Don't take up space

Stay away

from the spotlight

Stay safe


To jump

into the ocean

and roll

with the tide


Rock bottom

has a sinkhole

that drags me

deeper still


Being able to swim

won't keep me

from drowning face down

in a puddle of rain

Mijn hart, mijn maag,

mijn hoofd, mijn keel...


Mijn hele lijf

doet pijn van verdriet

tot de sluizen

open gaan en

ik word overspoeld

door een vloedgolf

van ongehuilde tranen

voor alles en iedereen

die mij ooit

zonder afscheid

verliet

is er een woord voor? 

voor een hart dat verpulvert 

en onder ingeslikte tranen 

verweekt tot moes


kijkend

naar iemand 

die een moeder verliest 

en met genegenheid 

aan haar terugdenkt


En - jaloers - zijn


want ik heb een moeder... 

waarover ik over droom

en badend in angstzweet ontwaak,

versteend door haar stem 

 

ben ik slecht 

als ik verlang 

naar een andere moeder 

dan diegene die ik had, 

maar los liet 

omdat vasthouden 

zoveel pijnlijker was 

mijn hoofd

als een zolder 

volgepropt 

met rommel waarvan je vergeten was 

waarom je dat in  's hemelsnaam bij hield


wanneer je door alles 

heen hebt gezeefd en 

hebt laten gaan

wat je tegen hield


kan je zien 

wat er nog te redden valt 

en of je jezelf 

daar ergens 

terug vindt  

Het is een route zonder

eindpunt, ik ben altijd

onderweg


Ik weet waar ik heen

wil, maar de weg is 

lang en zwalpt langs ravijnen,

rivieren en grachten,


Flashbacks

en herinneringen aan donkere nachten


Jarenlang vermeed

ik ze en verspeelde mijn krachten


Maar met elke struikelsteen die ik

uit de weg ruim, kom ik dichter bij

verzachten

Voor het eerst

in mijn leven

heb ik geen plan


Ik deed niets anders dan

nadenken

bespeuren

inschatten

informeren

plannen

twijfelen

bijsturen


Dat

ben ik

niet meer


De nieuwe ik

is onderweg


Ze wacht nog even

op het vervellen

van de kinddelen

die nog moeten helen


Wat

Wie

Hoe

Waar

Wanneer?


Dat 

weet ik niet


Voor het eerst

in mijn leven

heb ik geen plan

Ik kan mijn ruwste wonden tonen

en zeggen wat er pijn doet


tegen wildvreemden

maar niet


tegen zij die dicht bij mij staan

want dáár

doet het pijn

Ik heb genoeg

peanuts

om hen op een dwaalspoor te zetten

en weg te leiden

van

waar ik liever niet

over praat


Maar dan zou ik naast hen

ook mezelf

voor aap houden


En dus

haal ik toch maar

de harde noten boven

zodat ik ze niet alleen 

hoef te kraken

On the inside

I am broken


Time after time

I get smashed

into fragments


Every time

I fall apart

I pick myself up


And some days

I even get to decide

what to make of myself

Zoals twee sporen elkaar

altijd en overal aan de

horizon lijken te vinden


Zoals de wildste bloemen

langs de meest wezenloze

wegbermen lijken te staan


Zoals het loket onbemand

en het perron leeg


Zo wijk ik af van mijn pad

en kom terecht bij de "Lost & found"

9de prijs in de Kronkelwedstrijd 2021 van vzw Uilenspiegel.



Aan de buitenkant

spiegelen

wat ik wilde zijn


doortastend

scherp

succesvol

schijnbaar moeiteloos

alle ballen in de lucht


maar ik weet niet meer

wie dat is


want

daar binnenin

die veilige muren

ver weggestopt

voor voelen

in een fort van ratio

dat is niet

wie ik wil zijn

Muziek als medicijn.

Hetzij luidruchtig en uitbundig op blote voeten dansend waar bomen groeien en roze bloemen bloeien, terwijl de noten tuimelen in het groene gras, tot het bloed in mijn oren fonkelt op het ritme van de aarde,

hetzij in een donkere kamer, weggedoken met een koptelefoon, mijn wonden likkend onder een warm dekentje in een zacht bed met naast mij een zwarte hond die natte kusjes geeft, tot de sterren opnieuw schitteren in de nacht en het kind in mij naar huis huppelt, haar tong uitstekend naar de man met de zeis.

Ik reduceer

de to-do tot

niets


behalve

zijn - slapen - ademen

eten - drinken - ademen

blijven - ademen

schrijven - ademen


dat kan ik 

- net -


Meer

moet het

- voorlopig -

niet zijn

In mijn schoen een half duinlandschap 

Zou ik hem tegen mijn oorschelp zetten en zien 

of ik het hoor ruisen?


Op mijn tafel de buit van een 

middagje brandingslenteren


In mijn haar een lichte golfslag 

In mijn hart alle tinten zee 

Op mijn lippen proef ik nog even de rust

een kan

vol

barsten

raakt niet gevuld

kan niet schenken


tijd heelt

geen BARST

maar leert dat liefde

de leegte

tussen de scherven

kan

vullen

Hij

die van alle mensen

het langst

in mijn leven is


Die dwars

door alle ellende

bij mij

gebleven is


Door alle stormen heen

zonder belofte

op papier


Terwijl mijn gehavende ik

voor alles

op de vlucht slaat


Blijft hij

'gewoon'

hier

Ik trok naar de kust

op zoek naar een fris hoofd

en een beetje rust


"Hier mag je struinen"

Ik laat mijn voetsporen en zorgen

achter in de duinen


Ik laat mijn gedachten waaien

zodat ze niet langer

in rondjes draaien


De woelige zee

neemt mijn bewolkte gemoed

met de golfslag mee


Het strand leek er alleen voor mij

Voor de duur van een wandeling

ademde ik weer vrij

De kajuit ruikt naar nazomer


Voorbij het veldboeket op de kleine tafel

glimlacht een warm welkom


Mijn ballast laat los

Ontroering rolt over mijn wang

Mijn hart nestelt zich in een hoekje

en stort zich uit


Achteraf ben ik bezorgd om de schipperin:

heist ze tijdig de zeilen

wanneer de woordenvloed

haar ruim

overspoelt?


PS: ze is oké:

en blij dat ze even mijn

veilige haven mocht zijn

In de dampkring van de liefde, hou ik mezelf staande, reik ik naar de blauwe hemel, bewaar ik met al mijn zintuigen de liefste herinneringen in een rond, plat doosje.


Wanneer het onzichtbare patroon van stikken en verbranden zich herhaalt, schop ik de mistige gedachten onder de aarde en zoek ik op de tast naar een kuur om mijn uitgemergelde hoop nieuw leven in te blazen, tot ik opgelucht mijn kop weer boven water kan steken. 

Ik heb mezelf

heruitgevonden


Mezelf de vraag gesteld: 

Wat zou je graag...?

Hebben

Eten

Doen

?


En het mezelf cadeau gedaan

met een strikje eromheen


Ik heb haar graag:

dat meisje van 50

dat vrolijk wordt

van haar nieuwe roze kleedje

van chocoladetaart

van zingen met de radio


Ze verdient het

om gelukkig te zijn


Het is tijd

voor mij


Ik wist

hoe het niet moest


Ik wist niet

hoe het wel moest


Dus deed ik vooral

wat ik wist


Maar ik wist niets

dan wat ik las

in boeken en boekjes


Zo vaak

wist ik het niét

en deed ik maar wat


Of het genoeg was?


Dat weten alleen

zij

waarover ik moederde

Met vallen en opstaan

leerde ze lopen


Vol overgave, 

want als ze hard viel

kuste ik haar knie...


Met vallen en opstaan

leerde ze lopen


veel vallen

want ze wist nog niet hoe


veel opstaan

want ze gaf niet op


En kijk:

ze stapt!


Met vallen en opstaan

leerde ik moederen...


Voorzichtig!

Want als ik faalde:

wie kuste er dan

haar knie?

Ik heb liever geen

haar op mijn tanden

of

eelt op mijn ziel


Maar mijn krassen

doen zo'n pijn


Mag de wereld

alsjeblieft

een beetje 

zachter zijn?

bottom of page